ENKELE WETSWIJZIGINGEN
in het arbeidsrecht per 1 januari 2025
Vanaf 1 januari 2025 zijn er diverse wijzigingen in het arbeidsrecht doorgevoerd. Deze aanpassingen hebben impact op zowel werkgevers als werknemers. Hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en hun gevolgen.
Indexering van het wettelijk minimumloon
Het wettelijk minimumloon is met 2,75% verhoogd. Voor werknemers van 21 jaar en ouder komt dit neer op €14,06 bruto per uur. Deze maatregel is genomen om de koopkracht van werknemers op peil te houden in het licht van de inflatie.
Verhoging van de thuiswerkvergoeding
De populariteit van thuiswerken blijft toenemen, en daarom is de onbelaste thuiswerkvergoeding verhoogd van €2,35 naar €2,40 per dag. Hiermee kunnen werknemers de extra kosten, zoals voor energie en internet, gedeeltelijk compenseren.
Afschaffing lage-inkomensvoordeel (LIV)
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 2025 volledig afgeschaft. Werkgevers kunnen hierdoor geen aanspraak meer maken op deze subsidie voor werknemers in de lagere inkomenscategorieën. Deze afschaffing is onderdeel van een breder plan om belastingregels te vereenvoudigen.
Aanpassingen in de WW-premie en overwerkregels
Om het verschil tussen vaste en flexibele contracten te verkleinen, blijven werkgevers een lagere WW-premie betalen voor vaste contracten. Voorheen mochten werknemers met een vast contract tot 30% overwerken zonder dat dit leidde tot een hogere premie. Deze regel gold alleen voor contracten van gemiddeld 35 uur of meer per week. Vanaf 2025 is deze uitzondering uitgebreid naar contracten van meer dan 30 uur per week.
Strengere handhaving op schijnzelfstandigheid
De Belastingdienst heeft het toezicht op schijnzelfstandigheid weer aangescherpt. Dit houdt in dat organisaties die zzp’ers inzetten voor werkzaamheden die als loondienst worden beschouwd, sancties riskeren. In 2025 geldt een overgangsjaar: bedrijven ontvangen eerst een waarschuwing voordat handhaving plaatsvindt. Bovendien blijven goedgekeurde modelovereenkomsten geldig tot eind 2029.
Verhoging van de transitievergoeding
De maximale transitievergoeding is door indexatie verhoogd naar €98.000 bruto. Werknemers die ontslagen worden, ontvangen afhankelijk van hun salaris en dienstverbandduur deze vergoeding. Als het jaarsalaris hoger is dan €98.000, geldt een maximum van één bruto jaarsalaris.
Wijzigingen in het loonkostenvoordeel (LKV)
Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers (56 jaar en ouder) wordt afgebouwd. Voor dienstbetrekkingen gestart op of na 1 januari 2024 is het voordeel per 2025 verlaagd en wordt het in 2026 volledig afgeschaft. Voor eerder gestarte dienstverbanden blijft het LKV voorlopig bestaan. Daarnaast worden de criteria voor arbeidsbeperkte werknemers verruimd, waardoor werkgevers vaker recht hebben op een loonkostenvoordeel bij herplaatsing.
Transitieplan Wet toekomst pensioenen (Wtp)
De Wet toekomst pensioenen, die op 1 juli 2023 is ingegaan, blijft van invloed. Werkgevers met pensioenregelingen via een pensioenfonds moesten voor 1 januari 2025 hun transitieplan met nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken indienen. Deze wet beoogt een modernisering van het Nederlandse pensioenstelsel.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over het arbeidsrecht of heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neemt u dan contact op met een van de arbeidsrechtadvocaten van ons kantoor.
Angelique Verweij en Wesley Sallé
Tel. 0341-760510
a.verweij@vbvadvocaten.nl of w.salle@vbvadvocaten.nl
Bronnen: Rijksoverheid, Belastingdienst
Hoewel de uiterste zorg is besteed aan de inhoud van dit nieuwsbericht, aanvaardt VBV Advocaten geen aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid.