Opzegging duurovereenkomst
Sta je met lege handen als een duurovereenkomst wordt opgezegd?
De duurovereenkomst
Waar gehandeld wordt door bedrijven, worden overeenkomsten gesloten. In dat kader kunnen bedrijven ook een duurovereenkomst sluiten, denk bijvoorbeeld aan samenwerkingsovereenkomsten, distributieovereenkomsten en franchiseovereenkomsten. Voornoemde duurovereenkomsten worden aangegaan voor een bepaalde tijd (zoals 5 jaar) of voor onbepaalde tijd.
Opzegging van de duurovereenkomst
Als een duurovereenkomst wordt opgezegd, kan dit ertoe leiden dat de contractuele wederpartij in een wrange situatie terechtkomt. Denk in dat verband aan het wegvallen van omzet en/of het aanpassen van de volledige bedrijfsvoering. Wanneer de duurovereenkomst niet heeft voorzien in deze situatie, kan op grond van vaste rechtspraak van de Hoge Raad een beroep worden gedaan op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 lid 1 BW. De contractuele wederpartij kan bijvoorbeeld een schadevergoeding verlangen van de opzeggende contractpartij en/of dat de duurovereenkomst slechts opzegbaar is bij een voldoende zwaarwegende grond.[i]
Praktijkvoorbeeld
Een voorbeeld hiervan is een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 16 mei 2025. In deze uitspraak stond een samenwerkingsovereenkomst centraal tussen Get Moving en DPD Nederland, waarbij Get Moving voor DPD Nederland pakketten door Nederland bezorgde. De samenwerkingsovereenkomst werd in 2008 gesloten en telkens met één jaar stilzwijgend verlengd. In de samenwerkingsovereenkomst was een opzegbepaling opgenomen die opzegging mogelijk maakte tegen een opzegtermijn van één maand. In november 2018 werd door DPD medegedeeld dat de samenwerkingsovereenkomst werd opgezegd.
Get Moving vorderde bij de rechtbank een schadevergoeding van DPD Nederland, maar deze vordering werd afgewezen.[ii] Het gerechtshof daarentegen vernietigde het vonnis en oordeelde dat de gehanteerde opzegtermijn van één maand te kort was, aangezien de samenwerking gedurende de overeenkomst intensiever was geworden én Get Moving voor haar omzet grotendeels afhankelijk was geworden van DPD Nederland. Het gerechtshof achtte een opzegtermijn van drie maanden redelijk en koppelt de hoogte van de schadevergoeding daaraan.[iii] DPD Nederland ging hiertegen in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid met zich mee kan brengen dat de opzeggende contractspartij gehouden is een schadevergoeding te betalen, maar dat voor de hoogte daarvan niet automatisch gekoppeld is aan de duur van een redelijke opzegtermijn. Ter bepaling van de hoogte van de schadevergoeding kunnen namelijk meer omstandigheden relevant zijn.[iv]
Waar moet je op letten?
Mochten er gedurende de duurovereenkomst omstandigheden wijzigen, zoals een intensievere samenwerking of een financiële afhankelijkheid, probeer de opzegbepaling in de duurovereenkomst dan te wijzigen naar de veranderende omstandigheden. Op het moment dat de duurovereenkomst wordt opgezegd, weet dan dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, wanneer sprake is van veranderende omstandigheden, ertoe kan leiden dat je bijvoorbeeld recht hebt op een schadevergoeding.
Dit artikel is geschreven door mr. Joost Hoeve d.d. 25 september 2025
Meer informatie
Wil je meer weten over je rechten en de mogelijkheden bij het aangaan van een duurovereenkomst, tijdens de duurovereenkomst of bij beëindiging van de duurovereenkomst? Of heb je vragen naar aanleiding van dit artikel of heb je andere vragen? Neem contact op met de advocaten van ons kantoor.
Angelique Verweij of Wesley Sallé
Tel. 0341-760510
a.verweij@vbvadvocaten.nl of w.salle@vbvadvocaten.nl
Bronnen (rechtspraak.nl):
[i] HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1709 (Leen Bakker) onder verwijzing naar HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141 (Goglio/SMQ Group), rov. 3.6.2-3.6.5.
[ii] Rechtbank Oost-Brabant 2 februari 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:307.
[iii] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 januari 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:73.
[iv] HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763, r.o. 3.4.
Hoewel de uiterste zorg is besteed aan de inhoud van dit nieuwsbericht, aanvaardt VBV Advocaten geen aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid.
